De geschiedenis van de binnenstad

In het Actieplan Binnenstad spreken de gemeente Hengelo, Stichting Centrummanagement, Stichting Vastgoed Hengelo en Hengelo Promotie onder meer af dat de ‘historische structuren van de stad moeten worden geherwaardeerd’. Maar hoe zit het nou precies met die historie? Waar komt onze binnenstad vandaan en waarom ligt die binnenstad er bij zoals-ie erbij ligt? Een blik terug in de tijd…

Hoe het allemaal begon…

Het begon ooit allemaal met Havezate Huys Hengelo. Dat lag net ten oosten van de Bornsestraat. Daar net iets verderop naar het zuidwedsten kruisten twee oude wegen elkaar: de huidige Oldenzaalsestraat/Deldenerstraat en de Enschedesestraat. In het gebied hiertussen ontstond het dorpje Hengelo en aan de kruising van de uitvalswegen kreeg het in de 17e eeuw haar dorpsplein/brinkplein.

Van dorp naar stad

In de 19e eeuw begon dat dorpje steeds sneller te groeien. De 19e eeuw was de eeuw van de industrialisatie. In de tweede helft van die eeuw groeide Hengelo van dorp naar industriestad. De eerste grote fabriek was de KWF (Koninklijke Weefgoederenfabriek) van Stork en Ekker die zich in 1854 in Hengelo vestigde. In 1868 begon C.T. Stork zijn machinefabriek in Hengelo, een mijlpaal die we dit jaar uitgebreid gevierd hebben. Andere metaalbedrijven zoals Dikkers, Heemaf en Hazemeijer volgden, zodat Hengelo zou uitgroeien tot een metaalstad met geheel eigen karakter. De ondernemers trokken mensen aan die ze opleidden en ze voorzagen de werknemers van huisvesting, pensioen, scholing en sociale voorzieningen. Het oude dorp Hengelo begon aardig uit zijn kluiten te wassen.

Een nieuwe kerk

Dat viel ook de parochie op. Het kleine kerkje dat al jarenlang vlakbij het zeventiende-eeuwse dorpsplein stond, kon die nieuwe belangstelling niet aan. Het was hoog tijd voor een nieuwe kerk die paste bij de stedelijke allure van de stad die Hengelo aan het worden was. En zo verrees aan de rand van het oude dorp, aan de Enschedesestraat, in 1890 de Sint Lambertusbasiliek, met een naamgever en patroonheilige die verwees naar de oude Sint Lambertuskapel, die op deze plek aan het einde van de middeleeuwen was gebouwd. De Heilige Lambertus was bisschop van Maastricht in de zevende eeuw en patroonheilige van de textielindustrie. Voor de nieuwe Sint Lambertusbasiliek kreeg Hengelo vlakbij het zeventiende-eeuwse dorpsplein een tweede ontmoetingsplek.

Oorlog en wederopbouw

De binnenstad had het in de Tweede Wereldoorlog zwaar te verduren. De Lambertusbasiliek werd gespaard, maar de rest van het centrum werd vrijwel volledig vernietigd. Het bombardement op de Hengelose binnenstad deed Hengelo voorgoed veranderen. Het brinkdorp van weleer was voorgoed verleden tijd. Na de oorlog startten Hengeloërs met vereende krachten de binnenstad nieuw elan te geven. De wederopbouwplannen zorgden voor een metamorfose van de zwaar beschadigde binnenstad, met als belangrijkste verandering het huidige marktplein. Zo ontstond, in een directe lijn ten zuiden van de Lambertusbasiliek, in de jaren zestig het Hengelose Marktplein, met aan de voet daarvan de Telgenflat.

Optimisme en vooruitgang

In 1958 vierde Hengelo uitbundig ‘Hengelo Herrezen’. Maar liefst zes dagen lang, van 1 tot en met 6 september vierde de stad haar wederopbouw. Hengelo was als een feniks uit haar as herrezen en optimisme en vooruitgangsdenken maakte zich van de Hengeloërs meester. Dit kwam ook terug in het straatbeeld: Hengelo was een toonbeeld geworden van wederopbouwarchitectuur met brede allees, ruimtelijke pleinen en het gebruik van nieuwe en moderne materialen als beton, baksteen, staal, glas en tegels. De stad werd ruim opgezet om de hervonden welvaart te benadrukken én ruim baan te maken voor het toonbeeld van die welvaart: de auto.

Stadhuis met Toscaanse toren

Bij de wederopbouw hoorde ook een nieuw stadhuis. Dat werd gebouwd op de plek van het oude stadhuis, aan de voet van het oude dorpsplein. Architect Johannes Berghoef ontwierp een karakteristiek stadhuis. Met een toren naar Toscaans voorbeeld, die als blikvanger het beeld van de stad ging bepalen. Een toren die geïnspireerd was op de Torre del Mangia, de klokkentoren aan het Piazza del Campo in Siena. Berghoef maakte van het stadhuis een echt ‘publiek paleis’, met een vrij toegankelijke grote centrale hal: de huiskamer van de stad.

Hengelo modestad en Masterplan

Het inwoneraantal van Hengelo bleef ook na de oorlog groeien en het welvaartspeil groeide mee. Steeds meer mensen hadden geld te besteden en gaven dat uit in de binnenstad. Hengelo bouwde in de naoorlogse jaren een naam op als modestad: voor kleding uit het iets duurdere segment was Hengelo de place-to-be. Daarnaast groeide Hengelo in de laatste decennia van de twintigste eeuw uit tot de uitgaansstad van de regio. Met fraaie culturele voorzieningen en gezellige kroegjes werd Hengelo een uitgaansstad met een regionale functie. Met een Masterplan rond de eeuwwisseling wilde de gemeente de stad een extra impuls geven. Met het Masterplan ging het Marktplein op de schop en kwamen er veelbesproken lichtlindes. Daarnaast deden de Brinktoren en de Brinkpassage hun intrede en werd de binnenstad op veel plekken opnieuw bestraat (de bestrating die we tegenwoordig kenmerken als ‘Hengeloos grijs’).

Binnenstad in zwaar weer

De binnenstad van Hengelo had het het afgelopen decennium zwaar te verduren. De trotse winkelstad van weleer kreeg te kampen met leegstand. De opkomst van internetwinkelen en de economische crisis raakten de stad in het hart en de groeiende buur Enschede kon niet worden bijgebeend. De grote ruimtes van de wederopbouw werden door het grote publiek niet meer zo gewaardeerd. Waar we na de oorlog brede straten en ruime pleinen als teken van welvaart zagen, gaven we inmiddels de voorkeur aan knusse pleintjes en intieme straatjes. Ook het Masterplan gaf bepaald niet de impuls die betrokkenen hadden voorzien. Er werd volop gediscussieerd over de binnenstad en er werden dikke rapporten geschreven, waarvan ‘Toekomstbestendige Binnenstad’ (van de SCH) en de burgervisie ‘We zitten op goud’ (van de gemeente) het vermelden waard zijn. Intussen zette de economische crisis het grote plan Lange Wemen in de pauzestand.

Actieplan 2017

In 2017 sloegen de gemeente Hengelo, Stichting Centrummanagement, Stichting Vastgoed Hengelo en Hengelo Promotie de handen ineen om de negatieve tendens te keren.

Inmiddels zijn er veel werkzaamheden aan de gang om de stad gezelliger te maken. Het is opmerkelijk dat de hernieuwde interesse in de geschiedenis daarbij een belangrijke rol speelt. De Enschedesestraat, de Markt, de aanloopstraatjes (of deze!), het Burgemeester Jansenpleinhet stadhuis en stadskantoor: de hele stad wordt aangepakt.

Het grote verschil met de eerdere plannen is dat het Actieplan een stuk meer ‘Hengeloos’ van opzet is. Niet langer is uitbreiding het doel, maar juist het gezelliger en compacter maken van het stadshart. Waarin historische winkelpuien, de menselijke maat en een gezellige openbare ruimte aandacht krijgen. Met daarbij ook veel meer aandacht voor het unieke karakter van Hengelo: lokale ondernemers, kleinschaligheid, gezellige barretjes, fijne terrasjes en een bruisende culturele sector. Met respect voor de unieke geschiedenis van Hengelo. En waarin geleerd is van het verleden.